Bevolkingsontwikkeling en nieuwbouw staan niet altijd in verhouding

In 2019 werden er voor 57.380 nieuwe woningen een vergunning uitgegeven. Een daling van 18% ten opzichte van 2018 en daarmee komt het op het laagste aantal vergunningen in drie jaar tijd. Bovendien blijkt dat nieuwbouw niet altijd wordt gepland in regio’s waar de behoefte het grootst is. Dat blijkt uit een analyse van ABN AMRO op basis van vorige week gepubliceerde woningbouwcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In het artikel van Buijs komt uiteraard ook naar voren dat de stikstofproblematiek, hoge bouwkosten en het tekort aan personeel bij de gemeenten en het tekort aan geschikte en betaalbare bouwgrond allemaal hebben bijgedragen aan deze daling. Maar ook voor het uitbreken van de stikstofproblematiek was er al sprake van een afname van vergunningen. Die afname begon al in 2018.

Op de website van de ABN Amro zijn al deze gebieden in kaart gebracht.

De landelijke daling wil echter niet zeggen dat in alle Nederlandse gemeenten minder woningen worden gebouwd. In bijna 40% van de gemeenten zijn in 2019 voor meer nieuwe woningen vergunningen afgegeven dan in het jaar ervoor. Van de in totaal 359 Nederlandse gemeenten werden in 138 gemeenten voor meer nieuwe woningen een vergunning afgegeven.

Voor de nieuwbouw van woningen zijn de demografische ontwikkelingen erg belangrijk. Het heeft weinig nut om nieuwe woningen te bouwen in gemeenten waar de bevolking naar verwachting krimpt. De ontwikkeling van het aantal afgegeven vergunningen is slechts in een beperkt aantal gemeenten gerelateerd aan de demografische ontwikkelingen.

De afgegeven vergunningen die niet in de pas lopen met de verwachte huishoudensontwikkeling zijn hoofdzakelijk in het noorden te vinden. Op deze plekken worden nieuwe woningen gebouwd in gebieden waar de bevolking gaat krimpen.

 

Bron: VastgoedJournaal


Gerelateerde artikelen