Bezoekers blijven nog massaal weg uit winkelstraten in Amsterdam en Utrecht

Woningen en winkels aan de gracht in Utrecht

Hoewel het soms als vanouds druk lijkt in winkelstraten, ligt het aantal passanten nog lang niet op het niveau van vóór de coronacrisis. Gemiddeld werd afgelopen zaterdag (13 juni jl.) 43% van het normale aantal bezoekers geteld in Nederland. In Utrecht en Amsterdam was dat zelfs maar 30%.

Dat blijkt uit een handmatige telling van onderzoeksbureau Locatus op 264 plekken in 17 steden. Dat Utrecht en Amsterdam achterblijven komt doordat winkelstraten in deze steden sterk afhankelijk zijn van toeristen en openbaar vervoer volgens het onderzoeksbureau.

Niet meer passanten sinds opening horeca

Locatus houdt ook de passantenaantallen bij met veertien wifi-sensoren, die continu tellen. Daaruit bleek dat vanaf half april de drukte redelijk snel toenam en eind mei ongeveer 56% van de mensen van vóór de coronacrisis de binnenstad bezochten. Sindsdien is dit aantal echter niet verder toegenomen.

Ook de opening van de terrassen heeft niet tot een opleving geleid. Afgelopen zaterdag lag het aantal passanten op 50% van een jaar geleden.

Topstraten doen het relatief slecht

Dat er handmatig minder bezoekers worden geteld dan met de sensoren, wijt Locatus aan het feit dat de handmatige tellingen tijdens de drukste momenten van de dag zijn gedaan. Om drukte te mijden kiezen consumenten op dit moment juist meer voor de rustige tijden aan het begin van de ochtend en eind van de middag volgens het onderzoeksbureau.

Om diezelfde reden doen de doorgaans best bezochte straten in de winkelgebieden het ook slechter dan ‘aanloopstraten’. Mensen vermijden de drukste gebieden.

 

Bron: FD


Gerelateerde artikelen