De vraag is niet of hypotheekrentes gaan stijgen, maar hoeveel

Het is niet meer de vraag of de hypotheekrente omhoog gaat, maar alleen wanneer dat gebeurt en hoeveel het zal zijn. Dat stelt financieel adviesbureau Van Bruggen in zijn weekbericht.

„De marges van hypotheekverstrekkers staan op het laagste niveau sinds jaren en de vraag is hoe lang zij dit accepteren”, zegt Oscar Noorlag van de adviesgroep. „De vraag is niet zo zeer welke richting de rente de komende tijd op zal gaan. Dat is bijna zeker omhoog. De vraag is veel meer wanneer de geldverstrekkers de hypotheekrente verhogen en hoe hoog de uiteindelijke verhoging zal zijn. De verhoging zal waarschijnlijk in een paar stappen doorgevoerd worden.”

Oorzaak is de oplopende rente op de kapitaalmarkt, waarmee de hypotheekrente historisch nauw verbonden is. De marktrente stijgt onder meer door een hogere inflatieverwachting. In de Verenigde Staten steeg de geldontwaarding zelfs boven 4% op jaarbasis. „Terwijl beleggers op de aandelenbeurzen behoorlijk reageren, is het relatief stil bij de hypotheekverstrekkers. Er zijn nog heel weinig rentewijzigingen”, aldus Noorlag.

Dat kan niet lang zo blijven, meent Noorlag: „De kapitaalmarktrente is de afgelopen vijf maanden met ruim 0,5% gestegen, terwijl in diezelfde periode de gemiddelde hypotheekrente 10 jaar vast met NHG nog met 0,15% daalde.”

De afgelopen jaren lag het verschil tussen beide rentes volgens Noorlag gemiddeld tussen de 1,3% en 1,6%: „Nu is dat kleiner dan 1%.” Kortom: hypotheekverstrekkers hebben fors marge moeten inleveren.

Volgens Noorlag stijgen de hypotheekrentes alleen nog niet omdat geldverstrekkers bang zijn om marktaandeel te verliezen. „Het is in de huidige markt ook niet eenvoudig om op andere terreinen een hogere marge te halen. Maar als een paar geldverstrekkers besluiten om de rente te verhogen, dan kan dit best eens tot een paar renteverhogingsrondes leiden”, aldus de financieeel adviseur.

Bron: Telegraaf