Geeft het nieuwe wetsvoorstel Stikstofreductie een impuls aan de bouwsector?
Op 13 oktober stuurde minister Schouten het wetsvoorstel Stikstofreductie naar de Tweede Kamer. De bouwsector keek al lang uit naar versoepeling, nadat de uitspraak van de Raad van State in mei 2019 zo’n 18.000 bouwprojecten had stilgelegd. Volgens de Raad voldeed Nederland met het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet aan de gestelde Europese norm. In het nieuwe wetsvoorstel, dat de PAS moet vervangen, wordt de bouw gedeeltelijk ontzien. Maar is het genoeg om het tekort aan woningen te verhelpen en de bouwsector een nieuwe impuls te geven?
Wetsvoorstel Stikstofreductie
In het wetsvoorstel geeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de bouwsector meer ruimte om projecten met stikstofuitstoot uit te voeren. Projectontwikkelaars hoeven geen natuurvergunning aan te vragen als bouwprojecten slechts tijdelijk uitstoot opleveren, staat in de uitleg van het voorstel op de website van de rijksoverheid. Normaal gesproken zijn deze vergunningen wel vereist voor bouwplannen bij natuurgebieden.
Compensatiemaatregelen
In totaal wil minister Schouten de komende 10 jaar de stikstofuitstoot met 26 procent verlagen. Daarom trekt het kabinet tussen 2021 en 2030 nog eens 1 miljard extra (bovenop de eerdere 5 miljard) uit, waarmee ze deze vrijstelling voor de bouw wil compenseren. Dat geld zal met name worden gebruikt om de uitstoot in de bouw zelf terug te dringen. Een half miljard wordt geïnvesteerd in emissiearme werk- en voertuigen.
Naast de afspraken over schonere machines, zal het kabinet de (stikstof)effecten van de bouwvrijstelling periodiek monitoren, zodat er tijdig kan worden bijgestuurd. Op basis van die evaluatie wordt besloten waar de andere helft van de 1 miljard op wordt ingezet.
Aanpak in verhouding tot uitstoot
De stikstofbeperkingen hebben het afgelopen jaar een ernstige impact gehad op de bouw. Disproportioneel veel, vinden veel partijen in de bouw. En dat terwijl de bouw slechts voor 0,6 procent van de stikstofdepositie verantwoordelijk is, volgens commissie-Remkes die de regering adviseert over de stikstofproblematiek. Bouwplaatsen produceren doorgaans kleine en eenmalige emissies. Dit in tegenstelling tot stallen, die permanent stikstof uitstoten. Toch werd de bouwsector onevenredig hard getroffen door de uitspraken van de Raad van State.
In zijn adviesrapport pleit Remkes voor ‘stikstofruimte zonder al te veel papierwerk’. Met dit nieuwe wetsvoorstel Stikstofreductie maakt de minister in ieder geval een einde aan de administratieve rompslomp van de natuurvergunningsplicht voor de bouwsector. Zeker voor bouwactiviteiten in de bouw- en sloopfase, waarin emissies tijdelijk en beperkt zijn, bracht dit veel werk met zich mee.
Die ontheffing zal helpen om met name de kleinere bouwprojecten weer op te starten. En dat is juist nú nodig, stelt Remkes. Investeren in de bouw helpt om de economische crisis als gevolg van corona in te perken. Ook het Financieel Dagblad luidt de noodklok over banen die verloren gaan als de bouw niet snel weer kan opstarten.
Meer weten over beleggen in woningen?
Ontdek waar uw kansen liggen en kijk op annexum.nl/beleggeninwoningen
Woningbouwimpuls: steun voor nieuwe woningen
Het opschorten van bouwprojecten had ook grote gevolgen voor burgers. Met name in de Randstad is het woningtekort een groot probleem. Dat erkent minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Begin september maakte zij daarom de woningbouwimpuls bekend. Dat is een financiële bijdrage waarmee ruim 51.000 woningen, binnen 27 projecten, gebouwd kunnen worden. Het merendeel van de projecten start al in 2021. Het Rijk draagt 290 miljoen euro bij en gemeenten en provincies 331 miljoen. De impuls komt volgens Vastgoedmarkt vooral terecht in de Randstad voor de realisatie van meer betaalbare huur- en koopwoningen.
Problemen opgelost?
Meer geld is echter slechts een van de voorwaarden om het woningtekort aan te pakken, vermeldt het Vastgoedjournaal. Daarnaast is meer regie nodig vanuit de overheid. De reden hiervoor: de genoemde ontheffingen in het wetsvoorstel zijn tijdelijk en lossen het grotere, onderliggende probleem van stikstofuitstoot niet op.
Ten eerste omdat het autoverkeer van en naar de nieuw gebouwde woningen en gebouwen op lange termijn tot overschrijding van de stikstofnormen leidt. Ten tweede vereisen nieuwbouwwijken vaak grotere infrastructurele projecten, die niet zijn vrijgesteld volgens het wetsvoorstel.
Verduurzamen van de bouw op de lange termijn
Het echt verduurzamen van de bouw vergt investeringen. Het is niet realistisch om de kosten hiervoor enkel en alleen bij de bedrijven zelf neer te leggen, zegt Bouwend Nederland.
Bovendien is de gestelde norm van 26 % uitstoot bij lange na niet voldoende voor de natuur om te herstellen, zegt commissie-Remkes. Het nieuwe wetsvoorstel helpt enigszins. Met name voor de kleinere projecten, maar met ontheffing en alleen milieuvriendelijkere werkvoertuigen is het probleem niet opgelost. De commissie adviseert om vooral striktere eisen te stellen aan duurzaamheid tijdens de aanbesteding. Op dit moment is duurzaamheid bij slechts 26% van de trajecten een harde eis. Projectontwikkelaars en bouwbedrijven kijken vooral naar winstgevendheid van projecten. Zij zullen uit zichzelf de duurzaamheid van een bouwproject niet als vereiste stellen in aanbestedingstrajecten. Zondere strengere regievoering vanuit de overheid is het daarom ondenkbaar dat de bouwsector minder uitstoot zal creëren.