Invoering Omgevingswet 1 januari 2023 onzeker

Landelijk wonen, buiten de stad

Bouwprojecten makkelijker starten en doorlopen: het is hard nodig. Op dit moment zijn er al genoeg factoren die de bouw belemmeren. Denk hierbij aan de stikstofproblematiek, het gebrek aan personeel en het gebrek aan ruimte. Vertragende en ingewikkelde regelgeving hoort ook in dit rijtje thuis. Met de nieuwe Omgevingswet moet dit verbeteren. Maar inmiddels is de invoering van deze wet in twee jaar tijd al drie keer uitgesteld. Wat maakt de invoering zo ingewikkeld en is 1 januari 2023 wel haalbaar? En wat verandert er dan voor de bouw?

Minister pleit voor invoering op 1 januari 2023

Begin dit jaar was de informatie van de Rijksoverheid nog stellig: op 1 oktober 2022 of uiterlijk op 1 januari 2023 treedt de Omgevingswet in werking. Inmiddels is invoering op 1 oktober van dit jaar van de baan. En is de invoering op 1 januari 2023 om verschillende redenen onzeker.

Hugo De Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, wil de wet op 1 januari 2023 in werking laten treden. NOS meldt dat ook het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) pleiten voor invoering van de wet op 1 januari 2023. Maar ambtenaren en andere uitvoerders die met de wet aan de slag moeten, willen uitstel.

Eerste Kamer eist oplossing ICT-problemen

De Eerste Kamer wil dat de ICT-problemen zijn opgelost voordat de wet op 1 januari 2023 kan ingaan. Daarom heeft zij afgelopen 1 juli geen besluit genomen over de invoering van de wet. Zij wacht het onderzoek en advies van Adviescollege ICT-toetsing in oktober af en heeft, onder voorbehoud, het plenair debat hierover gepland op 1 november 2022.

De Eerste Kamer kan dus in november besluiten de invoering van de wet uit te stellen. Dit maakt het voor ambtenaren lastig om zich voor te bereiden op de nieuwe wet. Overheden moeten op dit moment rekening houden met beide wetten: de oude en de nieuwe. Dit betekent twee verschillende softwaresystemen, dubbele aanvraagprocedures en meer legesverordeningen. Invoering op 1 januari a.s. is voor ambtenaren te kort dag en onwerkbaar. Daarom zien zij graag uitstel van de invoering van de Omgevingswet.

De Eerste Kamer heeft, naast de zorgen over de ICT, aangeduid als Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), nog andere zorgen. Die gaan over de externe uitvoeringsorganisaties, en de voorbereiding van provincies, waterschappen en gemeenten op de wet.

Meer weten over beleggen in vastgoed?
Ontdek waar uw kansen liggen en kijk op annexum.nl/beleggeninvastgoed 

Eenvoudiger omgevingsrecht en snellere procedures

De Omgevingswet bundelt en vereenvoudigt de regels voor ruimtelijke projecten. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet bundelt de huidige zesentwintig wetten voor de leefomgeving in één wet. Zestig Maatregelen van bestuur in vier Maatregelen van Bestuur. En vijfenzeventig Ministeriële regelingen in één Omgevingsregeling.

Met één digitaal loket wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. Het DSO is het digitale loket (Omgevingsloket) waar initiatiefnemers, overheden en belanghebbenden kunnen zien wat is toegestaan in de fysieke leefomgeving (Ontwikkelaarsportaal Omgevingswet).

Wijn & Stael Advocaten noemt, naast het versimpelen van het omgevingsrecht, nog een doel van de Omgevingswet. Namelijk de doorlooptijden van vergunningsprocedures verkorten en meer activiteiten vergunningsvrij maken.

Aannemers bezorgt om Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

De omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit is de bekendste omgevingsvergunning. Het huidige toetsingskader voor de activiteit ‘bouwen’ wordt onder de Omgevingswet in tweeën geknipt:

  • de planologische activiteit of ‘omgevingsplanactiviteit’;
  • de bouwkundige activiteit of de technische bouwactiviteit.

De planologische activiteit is de toetsing aan de (bouw)regels in het omgevingsplan. Het bevoegd gezag voert dit uit.

De bouwkundige activiteit is een toets aan de bouwtechnische vereiste in het Besluit bouwwerken leefomgeving. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) wordt tegelijk met de Omgevingswet ingevoerd. De zogenaamde ‘kwaliteitsborgers’ voeren deze toets uit. Dit zijn ondernemingen die daarvoor gecertificeerd zijn.

Volgens Binnenlands Bestuur stemt vooral dit laatste, de kwaliteitsborgers, de bouwsector pessimistisch over de Omgevingswet.

Slechts één van de zes bouwers heeft al geoefend met een kwaliteitsborger. Volgens hen ontbreekt het nog aan geschikte projecten om mee te oefenen. Het percentage dat dat wel deed, groeide het afgelopen jaar maar nauwelijks: van 13 naar 16 procent.

De aannemers zijn ook van mening dat het geprivatiseerde toezicht vooral bij kleinere projecten duurder is. Ruim één op de drie bouwers zou om die reden kleinere bouwprojecten voor de Wkb willen uitsluiten.

Verantwoorde invoering of ‘gewoon beginnen’?

De vertraagde invoering van de Omgevingswet hangt grotendeels samen met ICT-problemen. Vooral deze wil de Eerste Kamer opgelost zien voordat zij mogelijk in november dit jaar instemt met de invoering van de Omgevingswet.

En dat is kort dag, als de wet op 1 januari 2023 in werking moet treden. Kort voor gemeenten en ambtenaren om zich voor te bereiden, maar ook voor aannemers en bouwers.

Begin dit jaar stelde Minister De Jonge de Omgevingswet alleen op een verantwoorde manier te willen invoeren. Als hij dat nog steeds vindt, dan lijkt invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2023 onzeker. Of moet je, zoals het IPO stelt, ‘ook een keer van start’, ondanks het dubbele werk en mogelijke vertraging van bouwplannen?

 


Gerelateerde artikelen