Woonbehoeften starter en student steeds meer gelijk

Woonbehoeften starter en student steeds meer gelijk

Het aantal uitwonende studenten daalt, ondanks het opgezette actieplan van de overheid. Uit onderzoek van vastgoedadviseur Savills blijkt dat de starter de student steeds vaker verdrukt op de huizenmarkt. 

Volgens de laatste cijfers van het CBS is er sprake van een daling van het aantal studenten dat op kamers gaat. Van de studenten die zich in 2017 aan een universiteit inschreven, woonde gemiddeld 39% na zestien maanden op zichzelf. In 2015 was dat nog 46%, een scherpe daling ten opzichte van het gemiddelde van ruim 60% in de jaren 2007–2014.

Driejarig actieplan

In oktober 2018 publiceerde het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) een driejarig actieplan om het tekort aan studentenhuisvesting terug te dringen. De wens is om dit niet centraal te regelen maar om per stad te bekijken. Het ministerie stelt dat daarbij tevens gekeken kan worden naar de huisvestingsmogelijkheden die wellicht in de regio opgelost kunnen worden. En kan het Rijk bezien wat de mogelijkheden zijn voor het inzetten van overtollig Rijksvastgoed.

Uit een rapport van vastgoedadviseur Savills van afgelopen juni blijkt dat er momenteel een tekort is van 31.000 studentenkamers in Nederland en de gemiddelde kamerprijs op €427 ligt. Een prijsstijging van maar liefst 6,7% ten opzichte van 2018.

Rondgang

Dit wordt bevestigd door eigen onderzoek gedaan door NOS op 3. Zij belden gemeenten en onderwijsinstellingen om erachter te komen hoe het met de streefaantallen voor nieuwe studentenwoningen op korte en lange termijn staat. Uit hun rondgang blijkt dat lang niet overal de tekorten in een jaar tijd zijn ingelopen. Steden als Amsterdam, Utrecht en Groningen hebben voor de toekomst wel concrete bouwplannen om het tekort verder te verkleinen. In Delft, Leiden en Eindhoven zijn die plannen er (vooralsnog) niet of beperkt.

Verschil steeds kleiner

Volgens het onderzoek van Savills wordt het verschil tussen studentenhuisvesting en starterswoningen ook steeds kleiner. Door de oprukkende ‘sharing-economy’ heeft een alleenstaande starter nagenoeg dezelfde behoefte aan woonruimte als een student.

Zowel de student als de werkende starter zijn op zoek naar woonruimte met gedeelde voorzieningen, flexibiliteit, services en comfort. En kan de werkende starter zich dit eerder veroorloven dan een student. Dit lijkt steeds meer studenten te doen besluiten het gevecht niet meer aan te gaan en nog even onder de vleugels van de ouders te blijven zitten en de hand op de figuurlijke studiebeurs te houden.

 

Bron: VastgoedJournaal


Gerelateerde artikelen