Woningmarkt robuust, beleggers blijven investeren  

Beleggen in vastgoed

Ook in crisistijd is de woningbeleggingsmarkt  een robuuste markt. De afgelopen zes weken is er meer dan € 800 miljoen geïnvesteerd in Nederlandse huurwoningen. Tijdens de vorige crisis bleek al dat huurwoningen een stabiele belegging zijn als het economisch minder goed gaat, zo bericht Capital Value. Het directe rendement op woningbeleggingen bleef toen stabiel rond de 4% en met een leegstand onder de 2,5% bleven ook huurbetalingen op peil.

Ook in deze crisis is een dergelijke stabiliteit te verwachten. Beleggers geven vooralsnog aan dat er praktisch geen verandering is in de betaalachterstanden ten opzichte van de periode voor de coronacrisis. Het woningtekort is nu zelfs ruim twee keer zo hoog als tijdens de kredietcrisis, de vraag naar betaalbare woningen zal hoog blijven. Beleggers hebben voor 2020 ruim € 10 miljard beschikbaar om te investeren in Nederlandse huurwoningen. Dat het merendeel van de particuliere beleggers en corporaties wil blijven investeren in huurwoningen, ongeacht de economische omstandigheden, is goed voor de woningmarkt.

Marijn Snijders, directeur Capital Value: “Met name in het nieuwbouwsegment liggen er kansen omdat het erop lijkt dat de bouwproductie op gang blijft. Juist nu moeten marktpartijen en gemeenten nog beter samenwerken om voldoende nieuwbouwplannen voor betaalbare huurwoningen te realiseren. Voorkomen moet worden dat de bouwproductie enorm terugvalt zoals in de vorige crisis is gebeurd. Hierbij is het wel van belang dat banken ook nieuwbouwprojecten blijven financieren. Mogelijk kan de overheid hier nog een rol in spelen door tijdelijk leningen te borgen.”

Historisch woningtekort vraagt om anticyclische aanpak

Om het beschikbare woningaanbod in evenwicht te brengen met de vraag op de lange termijn, is anticyclisch beleid nodig door vastgoedbeleggers, woningcorporaties, gemeenten, projectontwikkelaars en het Rijk, stelt Colliers International in hun woningmarktbarometer. Woningkopers zijn in crisistijd terughoudend. Als er te weinig nieuwbouwwoningen worden verkocht, betekent dit dat projecten tot stilstand komen en forse vertraging oplopen. Om ervoor te zorgen dat de woningbouw door kan gaan, zou de koop van huizen kunnen worden gegarandeerd. Bijvoorbeeld met een woonfonds vanuit het Rijk zoals het Economisch Instituut voor de Bouw al eerder initieerde. Ook beleggers kunnen tijdelijk een deel van de uitgevallen particuliere woningvraag opvangen door nieuwbouwhuizen te kopen.

Door het historische woningtekort ligt het niet in de verwachting dat de huizenprijzen fors zullen dalen; bij de ontwikkeling van nieuwbouwprojecten zal dit leiden tot discussie tussen bouwers en gemeenten over grondprijzen. Om vertraging in de bouw te voorkomen zouden bouwers en gemeenten vooraf afspraken kunnen maken over een lagere grondprijs. Bij een hogere of lagere opbrengst na oplevering kan een naheffing plaatsvinden door de gemeente. Met deze maatregelen kan er anticyclisch beleid worden ingezet als achtervang voor de woningmarkt. Dit zorgt voor voldoende nieuwbouw en een stabiele woningmarkt, ook in de komende periode.

Afspraken bouwsector: forse steun in de rug

De continuïteit en de werkgelegenheid in de bouwsector moeten gewaarborgd blijven om het woningtekort niet verder te laten oplopen. Daarom hebben de overheid, de bouw- en technieksector, banken en brancheverenigingen een verklaring opgesteld: ‘Samen doorbouwen aan Nederland’, meldt Vastgoedjournaal. Partijen zetten alles op alles om aan de grote vraag naar woningen te voldoen en de verduurzamingsopgave van de bestaande bouw uit het klimaatakkoord te versnellen. Er zijn afspraken gemaakt over het door laten gaan of versnellen van investeringen, vergunningverlening en aanbestedingen. Zo willen zij voorkomen dat bouwprojecten vertragen of stil komen te liggen.

Ook zijn de partijen overeengekomen dat eventuele risico’s gedeeld worden. Brancheverenigingen NVB-bouw en NEPROM zijn positief over de gemaakte afspraken. De brancheverenigingen verwachten dat hierdoor de nieuwbouw in de komende jaren een forse steun in de rug krijgt. Toch willen de brancheverenigingen dat er vanuit het Rijk een garantieregeling komt voor koop- en middeldure huurwoningen. Hierdoor hebben bouwers voldoende zekerheid en houden consumenten het vertrouwen in de woningmarkt. Ook pleiten ze ervoor samen met gemeenten te investeren in het ontwikkelen en bouwrijp maken van nieuwe woonwijken en buurten waar op korte termijn betaalbare woningen gebouwd kunnen worden. NEPROM-voorzitter Desirée Uitzetter: “De benodigde investeringsruimte hiervoor is bij private partijen en bij gemeenten beperkt beschikbaar. Vandaar onze oproep aan het Rijk.”

Hoe werkt de tijdelijke spoedwet bij verlengen tijdelijke huurovereenkomst?

De overheid wil voorkomen dat huurders in deze ‘intelligente lockdown’ periode gedwongen op zoek moeten naar een nieuwe woning. In de huidige situatie kan een zelfstandige woonruimte tijdelijk worden verhuurd voor één vaste bepaalde termijn van maximaal twee jaar. Verlengingen zijn bij dit type huurovereenkomst niet toegestaan. Wordt de huurovereenkomst wel verlengd, dan loopt deze voor onbepaalde tijd door. Er is dan sprake van volle huurbeëindigingsbescherming voor de huurder en de verhuurder valt terug op de wettelijke opzeggingsgronden.

Veel verhuurders willen huurders in deze tijd best tegemoet komen, maar de gevolgen bij verlenging zijn een te groot nadeel. De eerste kamer heeft nu een spoedwet aangenomen, meldt Vastgoedmarkt. Die spoedwet maakt het mogelijk dat verhuurders en huurders van woonruimte de tijdelijke huurovereenkomst eenmalig kunnen verlengen voor de periode van één maand tot drie maanden. Dit kan uitsluitend als de tijdelijke huurovereenkomst eindigt in de periode na 31 maart 2020 en vóór 1 juli 2020. Huurders krijgen op deze manier meer tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe woonruimte.

De aanzeggingsplicht blijft van kracht; de verhuurder is nog steeds verplicht de huurder op tijd te schriftelijk te informeren over de einddatum van de tijdelijke huurovereenkomst. Ook moet de verhuurder de huurder schriftelijk informeren over de mogelijkheden die de tijdelijke wet biedt. Wanneer de verhuurder niet aan deze tijdelijke verplichting voldoet, verschuift ook de termijn waarbinnen de huurder richting verhuurder kenbaar moet maken dat hij de huurovereenkomst wenst te verlengen.

Dit is een samengesteld artikel op basis van meerdere bronnen.

 

Bron: Capital Value | Colliers International | VastgoedJournaal | Vastgoedmarkt


Gerelateerde artikelen