Wijkwinkelcentra floreren in coronatijd
De gevolgen van de coronamaatregelen zijn overal merkbaar. Vaak zijn deze negatief, al zijn er zeker ook positieve berichten te melden. Een goed voorbeeld hiervan zijn de wijkwinkelcentra. Zij zijn een interessant beleggingsobject voor beleggers. Maar wat zit er precies achter het succes van de wijkwinkelcentra? En wat betekent dit voor de beleggingsstrategie?
Meer topcentra en minder leegstand wijzen op succes wijkwinkelcentra
De wijkwinkelcentra in Nederland functioneren goed en zelfs beter dan voor de uitbraak van corona. De afgelopen tijd hebben wijkwinkelcentra zich succesvol aangepast aan de veranderde behoeften van de consument. Dit concludeert Colliers in haar rapport ‘Wijkwinkelcentra in Nederland’ van december 2021.
In haar onderzoek uit 2019 deelde zij de wijkwinkelcentra in vier categorieën in: probleem-, risico-, kans- en topcentra. Sinds 2019 is het aantal topcentra gestegen van 208 naar 217 centra. Kenmerken van een topcentrum zijn weinig langdurige leegstand (< 5%) en veel dagelijks aanbod (> 60%). Tegelijk daalde het aantal probleemcentra van 34 naar 31 centra. In deze centra is veel langdurige leegstand (> 15%) en weinig dagelijks aanbod (< 60%).
Een andere aanwijzing voor het groeiende succes van de wijkwinkelcentra is de leegstand. Deze is van bijna 7% in 2019 gedaald naar 6% in 2021. Dit is flink lager dan de gemiddelde leegstand in de retail in het derde kwartaal van 2021. JLL stelt deze in haar kwartaalrapportage op 10%.
Succes door strategie en metamorfose
Dat succes zelden vanzelf komt, geldt ook voor wijkwinkelcentra. De succesvolle wijkwinkelcentra hebben namelijk een grote metamorfose ondergaan. In de afgelopen twee jaar daalde het aantal bankfilialen, verzekerings-, reis- en uitzendbureaus. Dit geldt ook voor mode- en schoenenwinkels. En ook videotheken zijn zeldzaam geworden. Deze sectoren voelen de opmars van digitale dienstverlening.
Diensten die zich vooral op de lokale omgeving richten en minder de internetconcurrentie voelen, groeiden juist. Voorbeelden zijn kappers, horecazaken, ijssalons, bezorg- en afhaalpunten, massage- en schoonheidssalons. Maar veel diensten kregen het weer zwaar te verduren door de coronamaatregelen. Met de uitbraak van het coronavirus in 2020 braken periodes aan waarin alleen essentiële winkels zoals supermarkten open waren.
De grootste succesfactor voor de wijkwinkelcentra is dan ook het aanbod van winkels voor de dagelijkse boodschappen. De sluiting van de horeca en thuiswerken leiden tot meer thuis koken en vaker boodschappen doen.
Zijn de binnensteden de dupe?
Het succes van de wijkwinkelcentra betekent niet dat andere winkelgebieden, zoals de binnensteden, niet meer interessant zijn om in te beleggen. Maar deze staan wel voor een andere uitdaging. Het investeren in de winkelgebieden in binnensteden is minder eenvoudig dan in wijkwinkelcentra. In binnensteden is er veel verdeeld eigendom, dat grootschalige ingrepen bemoeilijkt.
Binnensteden hebben ook een andere functie dan de wijkwinkelcentra. Er zijn meer kleding- en schoenenwinkels in de binnensteden. In de coronatijd worden deze producten nog meer online besteld dan daarvoor. Daarbij komt dat binnensteden meer afhankelijk zijn van regionale of zelfs internationale bezoekers, terwijl de coronacrisis de reisbewegingen beperkt.
Casper Hesp, director Investment Management bij Syntrus Achmea ziet deze trend ook. In steden die minder populair zijn voor een ‘dagje uit’, neemt de winkelleegstand naar verwachting toe. Ook omdat veel consumenten structureel meer online en in hun eigen wijk blijven kopen.
PBL en Locatus wezen eind 2020 in het rapport ‘Veerkracht op de proef’ ook al op de achteruitgang van recreatief winkelen of ‘fun shoppen’ in de binnensteden. Corona versterkt deze langdurige trend, concluderen zij.
Maar de zoektocht naar beleving en combinatie met cultuur en vermaak, wordt onveranderd het best beantwoord in de sterke binnensteden. Dit stelt Jos Sentel, manager Strategy & Research bij Syntrus Achmea. Retailers kiezen de top binnensteden voor hun flagshipstores en expansie. De vijf sterkste winkelsteden (Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Eindhoven en Den Haag) profiteren hiervan.
Meer weten over beleggen in winkels?
Ontdek waar uw kansen liggen en kijk op annexum.nl/beleggeninvastgoed
Beleggen in de juiste winkellocaties
Op een punt verschillen de binnensteden en wijkwinkelcentra niet: er zijn sterke en minder sterke centra. Beleggen in wijkwinkelcentra is niet vanzelfsprekend een succes. Beleggen in binnensteden is niet altijd (te) risicovol. Voor een succesvol wijkwinkelcentrum is een compleet aanbod dagelijkse goederen met sterke supermarkten nodig. En een locatie waar het bestedingspotentieel van de bewoners toeneemt. Bij de binnensteden zijn vooral de sterke binnensteden interessant om te beleggen.
Dit is een prima vertrekpunt om beleggingen in winkelvastgoed te spreiden. Volgens Casper Hesp zorgt het diversificatievoordeel van winkelportefeuilles met een mix van binnensteden en wijkwinkelcentra voor het beste rendement-risicoperspectief.