Hoe staat het met de verduurzaming van winkelpanden?

Binnenstad Utrecht

De verduurzaming van winkels loopt achter, stelt vastgoedorganisatie Colliers in een recent rapport. Maar liefst twee derde van het winkeloppervlak in Nederland heeft geen energielabel. Hiermee scoort deze sector slechter dan de kantorensector. Hoe komt het dat de verduurzaming van winkelpanden niet op gang komt? En hoe kijken beleggers aan tegen verduurzaming?

Veel winkelpanden hebben geen energielabel

Om precies te zijn heeft 68% van de winkelpanden geen energielabel. Deze conclusie trekt Colliers uit recent onderzoek onder negentien vastgoedinvesteerders. Deze negentien vastgoedinvesteerders hebben in totaal ongeveer 2,85 miljoen vierkante meter winkelruimte in bezit. Dat is ruim 15% van de totale commerciële winkelmarkt.

Colliers noemt deze uitkomst uiterst opvallend. De Rijksoverheid stelt het energielabel namelijk verplicht bij de verkoop, nieuwe verhuur of oplevering van een gebouw.

Centrumlocaties scoren het slechtst

De meeste A-labels zijn te vinden in winkelgebieden buiten het stadscentrum en buurt- en stadsdeelcentra. Centrumlocaties scoren wat energielabels betreft het slechtst. Het gaat hierbij vaak om historische gebouwen en monumenten die moeilijk te verduurzamen zijn.

Kantoren en woningen scoren beter dan winkels

Het percentage kantoren en woningen dat geen energielabel heeft ligt lager. Halverwege dit jaar berekende de RVO dat ongeveer 48% van de kantoren nog geen label heeft. Dit komt overeen met het percentage woningen in Nederland zonder energielabel: dat bedroeg vorig jaar ook zo’n 48%.

Colliers schat in dat iets minder dan een kwart van de niet-gelabelde winkels in de huidige staat het energielabel C of beter verdient. In de kantorenmarkt zou 50% van de niet-gelabelde kantoorruimtes dit niveau halen.

Drie redenen waarom winkelpanden laag scoren op duurzaamheid

Waar komt dit verschil nu precies vandaan? We bespreken drie mogelijke verklaringen:

1. Ontbreken van dwingende regelgeving

Voor kantoren bestaat er dwingende regelgeving. Vanaf 1 januari 2023 moeten kantoren groter dan 100m² minimaal energielabel C hebben. Ontbreekt dat, dan dreigt een boete van 20.000 euro en zelfs sluiting. Voor winkels ontbreekt deze dwingende regelgeving, waardoor veel eigenaren niet de noodzaak zien om hun pand te verduurzamen.

Arjen van Eijk, Sustainability Analist bij Colliers, licht toe: ‘‘Het is belangrijk dat de overheid een duidelijke richting geeft aan het verduurzamen van winkelpanden en laat zien welke stappen er moeten worden ondernomen.’’

2. Duurzaamheid niet hoog op prioriteitenlijst huurders

De eigenaar van een winkelpand heeft over het algemeen alleen grip op het casco. Voor eigenaren van winkelcentra komen daar nog de algemene ruimten bij.

De huurder zorgt voor alles achter de winkelpui, waaronder de installaties en afbouw. En juist daar is winst te behalen in energieverbruik en CO2-uitstoot. Verduurzaming blijkt echter voor de kleinere, lokale winkelier vaak nog niet top-of-mind. Zij focussen vooral op het draaiend houden van het bedrijf, zeker in coronatijd.

Dit in tegenstelling tot de kantorenmarkt. Daar is over het algemeen de eigenaar verantwoordelijk voor het gehele gebouw, inclusief installaties en afbouw. Het loont dan om te investeren in duurzaamheid, want een gebouw met een gunstige energierekening is een belangrijke factor voor huurders.

3. Consumenten hebben geen oog voor duurzaamheid winkelpand

Een derde en laatste verklaring is het verschil in gebruikers. Op de kantorenmarkt verlangt de medewerker steeds meer duurzaamheid en welzijn. Bedrijven kijken daarom naar manieren om een steeds betere en gezondere werkomgeving te bieden. Eerder dit jaar berichtte Annexum dat duurzame en toekomstbestendige kantoorgebouwen beter verhuren. Ook dit beïnvloedt de waarde in positieve zin.

Consumenten die winkels bezoeken hebben daarentegen vooral oog voor de duurzaamheid van de producten in de winkel. Zij zijn niet of nauwelijks bezig met de vraag of het pand waarin zij hun aankopen doen wel of niet duurzaam is – en dat is goed te begrijpen. De consument is daarom nog geen push-factor voor verduurzaming van vastgoed in de retailsector.

Meer weten over beleggen in winkels?
Ontdek waar uw kansen liggen en kijk op annexum.nl/beleggeninvastgoed

Beleggers kijken verschillend naar verduurzaming van winkelvastgoed

Omdat particuliere beleggers winkelpanden voornamelijk casco verhuren, hebben zij vooralsnog geen groot aandeel in de verduurzaming van winkelpanden. En huurders beperken investeringen in de winkel vaak tot zaken die een korte terugverdientijd hebben.

Institutionele beleggers geven echter aan verduurzaming erg belangrijk te vinden. Zij hebben vaak een langetermijnvisie en een aantal heeft al CO2-doelstellingen geformuleerd. Eisen van aandeelhouders of investeerders en de Europese wetgeving zijn voor hun belangrijke beweegredenen. Een voorbeeld is de recente Sustainable Finance Disclosure Regulation. Die stelt eisen aan de manier waarop spelers op de financiële markt over hun duurzaamheidsbeleid rapporteren.

Regulering en handhaving versus creëren van meerwaarde

Kortom, een dwingende noodzaak om te verduurzamen ontbreekt voor winkelpanden. Intrinsieke motivatie, Europese wetgeving en druk vanuit gebruikers en investeerders zijn vooralsnog niet voldoende om de verduurzaming van retailvastgoed te stimuleren.

Toch is ook dwingende regelgeving geen garantie voor succes. Onder druk van dergelijke regelgeving steeg het percentage kantoren met een groen label de afgelopen jaren constant. Maar het afgelopen half jaar nam dit percentage minder snel toe.

Colliers ziet samenwerking en afstemming tussen eigenaren en huurders als een oplossingsrichting. Zij kunnen samen kijken hoe investeringen in duurzaamheid tot uiting komen in de waarde van onroerend goed. Als bovendien het belang van sociale en ecologische waarde stijgt, kan er nog veel winst worden geboekt in de verduurzaming van winkelvastgoed.


Gerelateerde artikelen